Rupsen te lijf met PATS-C en DELFIN WG

DELFIN WG is dodelijk voor rupsen van de turkse mot, groenteuil, koolmot, Tuta absoluta en buxusmot. Hoe kleiner (=jonger) de rups, hoe groter het effect van dit bacteriepreparaat. Kleine rupsen hoeven er namelijk minder van te eten voordat de toxische werking ze elimineert.

Zelf uitrekenen
Merkus: “Als telers bij het monitoren motjes waarnemen, kunnen ze uitrekenen wanneer de eerste eieren uitkomen. Dat is een goed moment om DELFIN® WG toe te passen.” DELFIN WG is een Bt-middel. Bt staat voor Bacillus thuringiensis, het oudste en bekendste biologische gewasbeschermingsmiddel. DELFIN WG bevat de subsoort kurstaki. Elke subsoort heeft een verschillend toxineprofiel en daardoor een ander effect op rupsen, zodat de middelen geschikt zijn om met elkaar af te wisselen. Bt-middelen hebben geen enkel neveneffect op nuttige bestrijders en hommels.

Goede bedekking
Omdat rupsen DELFIN WG eerst binnen moeten krijgen via vraat, benadrukt Koen het belang van een goede toepassing. “Hoe beter je het blad raakt, hoe groter het effect.” Hij wijst daarbij op een belangrijk pluspunt van DELFIN WG. “Vergeleken met andere middelen is de partikelgrootte zeer klein. Partikels zijn de deeltjes waarin de sporen en kristallen zitten. Doordat deze deeltjes zo klein zijn, verdelen ze makkelijker over het blad en komen rupsen er dus beter mee in aanraking.”

Dodelijk voor rupsen
Als rupsen het blad eten, worden de Bt-kristallen in hun spijsverteringskanaal omgezet in toxines die het spijsverteringskanaal van binnenuit afbreken. Hierdoor stoppen de rupsen na inname al snel met eten. Na enkele dagen sterven ze. Soms kun je de dode rupsen onder het blad zien hangen.”

Werkwijze
Geadviseerd wordt om na 7 dagen de behandeling te herhalen, tot maximaal 6 keer per teeltcyclus. De Biobest-specialist voegt nog toe dat de werking van DELFIN WG verbetert bij wat warmere omstandigheden, vanaf 15°.

PATS-C
Maar alles start dus met een goede monitoring. Dat kan met feromoonvallen. Inmiddels werken ook veel telers met het PATS-C detectiesysteem. De infraroodcamera’s en software herkennen vliegende plaaginsecten real-time in de kas, waardoor een nauwkeurigere en snelle detectie en daarmee een eerdere introductie van biologische middelen mogelijk is.

Snel reageren
“Met PATS-C zitten telers bovenop de motten”, vervolgt de specialist. “Hierdoor nemen ze de plaag tot wel vijf weken eerder waar dan bij conventionele methoden. En dus kunnen ze de timing van hun Bt-behandelingen verbeteren. Een goede combinatie."

Bron: